Kruisbestuiving

In drie weken tijd was het me nooit opgevallen. Het milde gekwetter ging op in het ochtendgebeuren van een ontwakend huis ouderlingen.

In de leegte van het woonzorgcentrum waar ik sinds 21 september werk, hoorde ik zondagochtend bij het binnenkomen een trompetachtig snorren. Het vreemde geluid lokte me naar een grote houten zeshoek in het centrum van de open ruimte. Achter de tralies herkende ik de zebravinken uit mijn kindertijd. De roodoranje snavel staat als een dwarse piramide tegen de kop gekleefd. In het wit onder het oog loopt een zwarte streep. Een oranje wangvlek siert de mannetjes.

Het cafetaria van het woonzorgcentrum sluit op 17/10. Dit om kruisbesmetting te vermijden. Ik las de laatste zin een tweede maal op het blad aan de automatisch opengaande deur. De verschillende woonhuizen zijn van elkaar gescheiden door een gemeenschappelijke ruimte in het midden. Ik drukte de code in en betrad een van de afgesloten huizen.

Vrijdag werd ieder noodgedwongen onderworpen aan een test. Vanuit de zetel ontwaarde ik een imker. Een venijnig stokje wriemelde tot diep in een van mijn neusgaten. De imker roofde een van mijn honingraten leeg. Ik dacht aan een bij en de gevaren van kruisbestuiving. De kruising van een sierpompoen met een courgette leidt tot vergiftigd zaad en dodelijke vruchten. Dertig meter plantafstand is een goed idee, zeggen moestuinspecialisten. Een woonzorgcentrum is bepaald geen moestuin, al begint het er soms hevig op te lijken.

Ik luisterde nog even naar de zang van de zebra’s. Iedere zebravink heeft een ander geluid. Het mannetje maakt de melodieën. Hoe meer lettergrepen, hoe intelligenter. De jongen leren het gezang van hun vader. Als die vader er niet meer is, leren ze het aan via hun broers die het wel van hun vader konden leren. Ook dat doet de natuur ons voor.

Voor mijn vader (1/11/1941 – 19/10/2008)

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.