Beproeving

Plaats voor beproevingen, waar je tot bezinning komt. Ik dacht meteen aan BATUMI.

Batumi is een badstad aan de Zwarte Zee in Georgië. Elke herfst passeren meer dan één miljoen roofvogels door de flessenhals boven Batumi. Roofvogels vliegen op thermiek om hoogte te winnen. Die vinden ze niet op grote wateroppervlakken, wel in het gebied tussen de zee en de bergen. Dus nemen ze in grote getale de tien kilometer brede strook boven Batumi om in Afrika te geraken. Zelfs vogels kiezen het pad van de minste weerstand.

Batumi: de ideale plek om trekkende roofvogels te bewonderen, helaas ook de ideale plek om ze daar af te schieten. Een ware beproeving voor de vogels en een spektakel waar een mens stil van wordt.

Ik schreef het in de lucht net boven de lege vakjes: BATUMI. Het klopte niet: acht verticaal met als vierde letter een S. Misschien moest ik het niet zo ver zoeken. Ik probeerde met HUIS: HUISKAPEL, HUISALTAAR, HUISARREST, HUISZWALUW…

Vanaf 1 maart wacht ik op de terugkeer van de zwaluw, goed wetende dat ik de eerste boerenzwaluw vorig jaar pas zag op 5 mei. Het is een van mijn lievelingsvogels, de zwaluw. Waarschijnlijk wegens hun snelheid en behendigheid. Misschien ook omdat het er steeds minder zijn. Sinds 1970 is het aantal zwaluwen aan het dalen. 2018 was een rampjaar tegenover het jaar ervoor: in Nederland en België 58 % minder boerenzwaluwen en 88% minder huiszwaluwen . Volgens vogelexperts was de daling mogelijks te wijten aan klimaatveranderingen. Zandstormen nemen toe en de zwaluwen moeten nu eenmaal de Sahara over. Een zandstorm nadert. ‘Wegwezen’, denken de zwaluwen, en ze maken snel rechtsomkeer.

Dat was het! Plaats voor beproevingen, waar je tot bezinning komt:

W

O

E

S

T

I

J

N

Ik vulde de letters een voor een in. Ik stond recht, nam mijn jas en ging naar buiten. Ik dacht aan de zwaluwen en aan de woestijn. Niet iedereen geraakt dezer dagen heelhuids als Mozes door de woestijn. Ik stapte honderd meter naar rechts en ging de berg op. Ik vloog enkele rondjes door de stilte en keerde terug naar huis.

In tijden van afzondering was dit al een hele beproeving.

Boerenzwaluw, Hirundo rustica
Foto Bart Cabanier
Huiszwaluw, Delichon urbicum, Sommesous, Frankrijk, 19/07/2019, 13.48 u

De Vlaamse bioloog Johannes Jansen ontdekte in 2008 de strategische plaats voor de trek van de roofvogels in Batumi. Een studie wees uit dat er in de regio op dat moment meer dan 10.000 roofvogels per jaar werden afgeschoten. Jansen zette samen met vrienden de stichting Batumi Raptor Count in de steigers. Honderden vrijwilligers uit vele landen voeren vogeltellingen uit. Er wordt samengewerkt met lokale mensen om van het roofvogeltoerisme een economische en ecologische hefboom te maken. Dorpelingen worden gesensibiliseerd om de jachtdruk rond de telposten in de heuvels te verminderen. Er vallen steeds minder trekkende vogels dood uit de lucht. Hier vind je de link naar de Batumi Raptor Count. Op één dag passeerde boven Batumi een record van 280.000 roofvogels, waaronder 5000 grote arenden.

Aran

Zoals je weet, kwam Mrs G op 21 maart aan op het nest in de Glaslyn Valley in Wales. Het was wachten tot vandaag, vrijdag 3 april 12.08 u tot haar man, Aran, eindelijk aankwam. Zo is het koppel visarenden voor de 17 de maal herenigd op hetzelfde nest. CROESO! (Welkom) Het waren spannende dagen. De weersomstandigheden kunnen ervoor zorgen dat de arenden langer wegblijven. De wind kwam de laatste dagen vanuit het noorden, wat niet gunstig is voor de trekkende vogels. Sinds 1 april draaide de windrichting en nam het aantal waarnemingen van trekkende visarenden enorm toe. Het was afwachten of Aran er dit jaar terug bij zou zijn. Een beeldverhaal.

Mrs G wachtend op de komst van Aran. (foto 02/04/2020, 10.30 u)
Aran doet zich tegoed aan een forel. Hij kwam aan op 3 april om 12.08 u. Aran herken je aan het wit op de kop. Mrs G heeft veel meer zwart op de kop boven de snavel. (foto 03/04/2020, 20.34 u)
Aran moet het eerst nog opnemen tegen de kraaien, die verlekkerd zijn op verse vis. (foto 03/04/2020, 20.50 u)
Mrs G bewaakt ondertussen haar eigen lekkernij. (foto 03/04/2020, 20.47 u)

Het vervolg kan je bekijken via deze link.

Wil je graag andere broedplaatsen van vogels volgen? In Nederland kan je hier de nestplaatsen zien van o.a. lepelaar, bosuil, kerkuil, havik, slechtvalk. Via de site van Vogelbescherming Nederland ‘Beleef de lente’ bekijk je live de nestkasten van heel wat vogels. Gluren bij de buren!

IJsvogel

‘Ik proef vakantie,’ zei ze, en genoot zichtbaar van haar ijsje met aardbeiensmaak.

‘Synesthesie’, zo heet het verschijnsel waarbij een zintuiglijke waarneming ongewild ook een of meerdere andere zintuigelijke indrukken oproept. Dit te veel aan nutteloze verbindingen tussen gebieden in de hersenen sterft normaal gezien af in de vroege jeugd. Bij een aantal onder ons blijven die verbindingen ook op latere leeftijd voortbestaan.

Zo zag ik onlangs een ijsvogel. Als een vliegende blauwe edelsteen flitste hij laag boven het water. Ik liep langs de Nete, maar zag de Nijl. Mijn armen jeukten. Ik herkende de geur van overrijpe tomaten.

‘Wat vreemd,’ zal je denken. Niet als je weet dat ik vijfentwintig jaar geleden een maand in Caïro verbleef. Om vijf u ’s ochtends vertrok daar een minibus. Twee uren later bereikte die een vergeten dorp in de woestijn. We stapten uit. Achter de poort: een tweehonderdtal mensen, besmet met lepra. Wij droegen een stofmasker.

Het werk bestond uit het schilderen van de muren. ‘In het blauw, als de lucht’, zei de verpleegster. ‘Dat houdt muggen weg.’ We aten samen. Er werd gelachen en gedanst. De kinderen speelden met ballonnen.

’s Middags reden we terug, de lange rit door het hete zand. We kochten tomaten in de stad. ’s Avonds een  boottocht op de Nijl. We keken naar de dans van de Derwisj. Hij draaide zich in trance. De dansende kleuren bleven jaren hangen in mijn hoofd.

Toen zag ik de ijsvogel.

De wereld is in lockdown. Je bent thuis. De kans is groot dat je na het lezen van deze tekst naar buiten kijkt. Je ziet een blauwe lucht. Je krabt even onder je arm, proeft een overrijpe tomaat en hoort het slotakkoord:

En terwijl de aarde volgens de onwrikbare wet van de zwaartekracht om zijn as bleef draaien, zijn uit dat simpele begin zonder einde de prachtigste en wonderbaarlijkste vormen geëvolueerd, en ze evolueren nog steeds. (Charles Darwin, Het ontstaan van soorten door natuurlijke selectie, ofwel het bewaard blijven van rassen die in het voordeel zijn in de strijd om het bestaan, 1872)

IJsvogel, Alcedo atthis, geschilderd door Nette Rombouts, 24/03/2020

De ijsvogel is een van de meest kleurrijke vogels. Hij is gespecialiseerd in het vangen van vis. Vanop zijn zitpost tuurt hij naar vissen in het water. Hij duikt en pikt de vis op uit het water. Hij slaat de vis dood en draait hem zo, dat de vinnen naar achter wijzen. Als de kop van de vis vooraan uitsteekt, is dit een vis om aan zijn jongen te voederen. De naam ‘ijsvogel’ verwijst naar de metaalachtige glans van het blauwe verenkleed.

Hier vind je een filmpje van een vissende ijsvogel in slow motion. Ter vergelijking kan je hier het filmpje bekijken van de dansende Derwisj Mohamed Shahin uit Caïro.

Bijgeloof

‘We kloppen af op 90!’ riep Jan Van Eyck. Trots zette hij een laatste stip op het zijpaneel rechts onderaan. Vogelsilhouetten op een schilderij. Het lijkt een slordige bijkomstigheid. Niets is minder waar. Het geeft een werk diepte, perspectief en beweging. Volgens deskundigen telt Het Lam Gods een negentigtal vogels.

In Brugge keek ik versteld naar de waarheidsgetrouwe weergave van de groene halsbandparkiet. De vogel zit gevangen in de handen van de kleine Jezus naast de Madonna met kanunnik Joris van der Paele. In Bosch’ Tuin der lusten plakte ik met mijn neus op de details, tot een suppoost mij aanmaande een stap achteruit te zetten.

In Amsterdam zag ik het schilderij Korenveld met kraaien. Het zorgde voor een lichte aardschok. Enkele v’s en het schilderij kwam tot leven. Van Gogh schilderde zijn sterven in de vorm van vluchtende kraaien. Kraaien als voorbode van de dood. Van Gogh volgde het middeleeuwse bijgeloof.

fragment uit Korenveld met kraaien

‘Tentoonstelling MSK Gent. Van Eyck, Een optische revolutie.’ Ik zou gaan. Waar de massa zich zou verdiepen in de sublieme techniek, de kleuren en het licht van de meester, zou ik de vleugels van de engelen bestuderen en er de juiste vogelnaam bij zoeken. Ik zou de verloren gegane band met ons middeleeuws verleden herstellen en gebruikte daarvoor de vogels als medium. Datum: vrijdag de 13de.

Op die dag sloot ook het MSK zijn deuren. Iedereen in lockdown. Ik keek door het raam. Aan de einder zag ik een zwerm vogels. Ik voerde mijn waarneming in.

Naam: Corvus corone (Zwarte kraai)

Aantal: 90

Ter info

Kraaien zijn een vogelfamilie in de orde van de zangvogels. De familie telt 128 soorten. De meest bekende zijn de ekster, de gaai, de kauw, de roek, de zwarte kraai en de raaf. Kraaien zijn ‘vliegende apen’. Met het mentale vermogen van apen zijn ze in staat individuele mensen te herkennen. Ze onthouden wie ze wel en niet kunnen vertrouwen en geven zelfs slechte ervaringen aan elkaar door. Ze zijn buitengewoon intelligent en meesters in het vinden van voedsel. Oude kraaiennesten vormen een toevluchtsoord voor roofvogels en uilen die zelf geen nesten bouwen (o.a. boomvalk, torenvalk, ransuil). Het zijn alleseters en als aaseters ook natuurlijke opruimers. In dit filmpje kan je de vindingrijkheid bewonderen waarmee kraaien erin slagen om op een veilige manier een harde noot te kraken.

De kauw herken je aan zijn blauwe ogen met zwarte pupil en het grijze achterhoofd. Het sociaal gedrag van deze dieren is opmerkelijk. Ze delen hun voedsel met soortgenoten en leven als koppel onafscheidelijk een leven lang samen.

Kauw, Corvus monedula
Foto Bart Cabanier
Ekster, Pica pica
Foto Bart Cabanier
Roek, Corvus frugelius
Foto Bart Cabanier
Gaai, Garrulus glandiarus
Foto Bart Cabanier

Mrs G

De mooiste verhalen zijn deze waarin dieren de hoofdrol spelen.

Tijdens de zomer van  2018 stapten wij vrolijk over de Yr Elliffant (Olifantenberg). Wij, dat zijn de kinderen, mijn man en ik. Het belang van dieren in ons gezin kan moeilijk onderschat worden.

De vis doopten we ‘Mr. Bubbels’. De kat heet Pistache. De vis is jarig op veertien september. Achtentwintig april vieren we de kat. Het konijn hebben we plechtig begraven. Om de vis hetzelfde lot te besparen, ging hij tijdens onze trip naar Wales op logement. Bij een andere vis. Zij kreeg toevallig de passende naam ‘Mrs Bubbles’.

Die zomer, in Snowdonia, in het noorden van Wales, zagen we haar voor het eerst. Ze zat met haar man en twee kuikens op het nest, anderhalve kilometer verder. Dankzij een reusachtige telescoop leek ze vlakbij. Ze scheurde de vis aan stukken en voedde er haar jongen mee.

Sinds 2004 broedt hetzelfde koppel visarenden in de Glaslyn Valley. Vrijwilligers richtten in 2003 een werkgroep op ter bescherming van de visarenden. Een klein bezoekerscentrum biedt de kans aan geïnteresseerden om mee te genieten van dit wondermooie leven in het wild. Deze dagen wacht ik vol spanning op de 17de terugkeer van Mrs G en Aran.

Aran links, Mrs G rechts

De webcam op het nest laat me toe hier een overzicht te geven van de lente en de zomer van 2019.

25/3 aankomst Mrs G (vrouwtje) op nest
1/4 aankomst Aran (mannetje) op nest
2/4 paring
14/4 ei nummer 1
16/4 ei nummer 2
19/4 ei nummer 3
19/5 kuiken nummer 1 uit ei (na 26 dagen)
21/5 kuiken nummer 2 uit ei (na 26 dagen)
24/5 kuiken nummer 3 uit ei (na 26 dagen)
9/6 kuiken nummer 2 gestorven
13/7 eerste vlucht kuiken nummer 1
22/7 eerste vlucht kuiken nummer 3

Vorig jaar kwam zij als eerste aan op mijn verjaardag. Benieuwd of ze dit jaar op tijd zal zijn.

Niets is zeker, enkel dit: De mooiste verhalen zijn deze waarin dieren de hoofdrol spelen.

Hier vind je een mooi filmpje van Marco Valk van jagende visarenden in de Biesbosch en Zuid Limburg, gefilmd in de herfst van 2017 en 2018, ‘The hunt of the osprey’.

Via deze link kan je de Gweilch Glaslyn of visarenden uit Glaslyn (Snowdonia, Wales) live volgen op het nest.

Et Voilà! Op 21 maart 2020 om 10.36 u arriveerde Mrs G op haar nest. Ze ging meteen op visvangst. (screenshot om 18.14 u) Let op de kraai rechts bovenaan!
Mrs G op het nest, wachtend op haar man Aran, 2 april 2020, 10.30 u

Lapwing

Dochterlief had het vriendelijk geëist: Of ik zo snel mogelijk het vormingsmoment bij VAB-Rijschool kon volgen. Een week na haar theoretisch examen kon zij dan zelf achter het stuur gaan zitten. Met lichte tegenzin vertrok ik op schrikkeldag na 28 jaar opnieuw naar de rijschool in Herentals. Komende van Heist-op-den-Berg volg je richting Hallaar. Je slaat rechtsaf op de Nieuwendijk, steekt de Grote Nete over en draait mee door de bocht naar links op de ’s Herenweg. Links door het raam krijg je daar een fraai uitzicht over de uitgestrekte akkers en weilanden.

‘Waar moet een goede chauffeur aan denken?’ vroeg de instructeur. ‘Een goede zithouding,’ zei iemand. ‘Hoffelijkheid,’ vulde een ander aan. Een laatkomer hijgde: ‘Snelheidsbeperkingen.’ Gegniffel in de zaal.  Ik dacht: ‘Focus, op de weg.’ Passeerden de revue: Vereiste vaardigheden van bestuurders, Basisbeginselen van verkeersveilig anticiperend rijgedrag, Wegcode en Praktische tips. Drie uren later reed ik met mijn begeleidersattest op zak opnieuw over de ’s Herenweg. Ditmaal kreeg ik rechts door het raam een fraai uitzicht over de uitgestrekte akkers en weilanden.

Ik drukte op de rem en kwam tot stilstand evenwijdig aan een reglementair geparkeerd voertuig. In een vlotte S-beweging , 1 maal achteruit, 1 maal vooruit,  1 meter vrij voor en achter en 30 centimeter van de stoeprand, manoeuvreerde ik behendig mijn wagen tussen de twee voertuigen. Ramen en deur dicht, lichten uit, check! Met mijn aangezicht gericht naar het dichtstbijzijnde verkeer stapte ik tot aan het overstromingsgebied van de Grote Nete. In de ochtend had ik op die plaats twee buitelende kieviten boven de natte akker gezien.  Je herkent ze meteen aan hun acrobatische baltsvlucht waarbij ze zich, om de 4 à 5 vleugelslagen, van de ene op de andere zijde gooien. Als zwart-witte knipperlichten maken ze hierbij een ritmische zoevend geluid. In het Engels bezorgde dit hen de naam ’Northern Lapwing’. Dit filmpje toont je de duikvlucht van de kievit.

Foto Bart Cabanier

Ik dook het veld in. Op de resten van de gemaaide maïsakker telde ik vijf kieviten. In de verte verscheen de zee. Twee trekpaarden struinden als garnaalvissers door het zwijgende water. Honderden kokmeeuwen lieten zich zorgeloos wiegen. Hier en daar vlogen ze massaal  op. Een voor een maakten ze een zachte landing op een nabijgelegen onder water gelopen weiland.

Meer info over het Sigmaproject Vallei van de Grote Nete lees je hier.

Ik wandelde terug en keek nogmaals naar de kieviten. Bij het begin van het broedseizoen gedragen ze zich bijzonder agressief tegenover alle passanten. Elke overvliegende kraai, kauw, ekster, blauwe reiger of meeuw wordt met veel gebaar verjaagd ter bescherming van het nest. Om mogelijke vijanden af te schrikken veinzen ze een verlamming van de vleugel en leiden zo de aandacht af van de jongen.

‘Snelheid en afleiding,’ hoorde ik de instructeur weer zeggen, ‘dat zijn de killers in het verkeer.’ ‘Dat zijn de reddingsboeien van de kievit,’ dacht ik.  

Ik stapte in mijn wagen. In goede zithouding reed ik de ’s Herenweg terug op. Ik draaide met de bocht mee naar rechts, stak de Grote Nete over, sloeg linksaf op de Nieuwendijk en kwam veilig aan in Heist-op-den-Berg. ‘Rijlessen op een vrije schrikkeldag. Wat een tijdverlies!’ zal je denken. Ik was wel tegelijkertijd aan zee én in het circus. Enkel kieviten zeggen je hetzelfde!

Foto Bart Cabanier

Het bijzondere aan bomen

Lang geleden, toen Maria nog leefde (althans in vele hoofden) en moeder Overste de scepter zwaaide, reden we met het gezin om de paar weken richting Beerlegem. Ons ‘tante Christiane’ verbleef daar sinds kinderheugenis onder de godsvruchtige vleugels van de Zusters der Liefde. Ze kregen het gebouw in 1823 cadeau van mevrouw Thérèse, barones de Draeck en markiezin de Rode. Van dorps- en kostschool over spin- en handwerkschool, zondagsschool, veldhospitaal tijdens WOII en middelbare school, kreeg het gebouw in 1967 de naam ‘Mariaheem’. Het werd een verblijf voor mentaal gehandicapte vrouwen. Niet veel later kwam ikzelf ter wereld. Zo begon voor mij het verhaal onder de boom.

‘Storm Ciara velde in Zottegem een honderdvijftig jaar oude populier.’ Vele jaren lang zat ik als kind achterin de auto, tussen mijn broers, te wachten op die boom. De rit leek oneindig. We verveelden ons te pletter, plaagden en stookten elkaar op, lachten en vertelden om ter domste mopjes. Er was altijd wel iemand die plots uitriep: ‘Daar is Hij!’ In de verte doemde Hij op als God de Vader, een machtige verschijning, standvastig, geduldig en met takken als vastgevroren tentakels uit de donkerste krochten der aarde ontsproten. Als bij afspraak werd het stil. Mijn vader vertraagde automatisch. We schommelden op en neer over de Oost-Vlaamse heuvelruggen tot vlak voor de mastodont. Bij de T-splitsing sloegen we linksaf. Onze hoofden draaiden tot een kramp. De vreugde was groot. Vervuld van de Heilige Geest traden we het Rijk Gods binnen.

De Zusters ontvingen ons met open armen. Boven elke deur hing een kruis. In de galmende eetzaal kregen we taart en koffie. Ons ‘tante Christiane’ was content. Met de jaren reden we niet meer samen. De boom bleven we ieder apart zo nu en dan bezoeken.

De Marilandicapopulier doorstond twee wereldoorlogen. Nu ook de storm. Zijn tentakels keren terug naar de grond. ‘Honderdvijftig nieuwe Vollanderbomen gaan we ermee kweken’, beweert de website Erfgoed Vlaanderen. Waar de nieuwe populieren geplant zullen worden, is onduidelijk. Of het lukt, is verre van zeker. Wat blijft, zijn de verhalen.

Stel je even voor

Stel je even voor. Je eieren zijn uitgebroed. Je drie nog grijsachtige jongen lopen in ganzenpas achter je aan. Je verzamelt je familie en herhaalt snel de belangrijkste regels voor de grote trek. We vliegen dicht en in vaste positie achter elkaar. We lossen de koptrekker om beurten af. We houden samen halt en verliezen niemand uit het oog.

Zo begin je, vanaf je broedplek aan de Barentszzee, met een dertigtal soortgenoten aan de grote overtocht. Je vliegt in zuidwestelijke richting naar Europa. Je lichaam bestaat nu voor 55% uit vet, je darmen zijn 1 m korter. Ook andere organen zijn gekrompen. Je maakt enkele tussenstops, vult je brandstoftank aan en vliegt verder.

Uitgeput van de lange reis kom je begin oktober aan op je winterbestemming. Je geniet van wat sappig, groen raaigras. Je smult van de wortelknolletjes fonteinkruid en van het kranswier langs de waterkant. ’s Avonds roep je je kroost bij elkaar. Al taterend vlieg je richting slaapplek.

Zo breng je de winter door in de Liereman, een voor kleine zwanen veilig en rustig natuurgebied op de grens met Turnhout en Arendonk. Eten is er in overvloed. Je slaapt op het water. Stilaan begin je te dromen van de terugkeer naar Siberië, waar je een nieuw nest zal bouwen.

Drie kleine zwanen ontbreken. Ze zochten naar voedsel langs het kanaal. Een schot. Een tweede. Een derde. De groep vloog verschrikt op. De vogels verloren een groot deel van hun broodnodige energie. Eén zwaan lag dood op de oever. Twee andere dieren werden overgebracht naar opvangcentra in de buurt.

(Op zondag 26/01/2020 werd een kleine zwaan dood uit het water gehaald van het kanaal Schoten-Dessel in Arendonk. Het dier had drie hagelkorrels in de borstkas. Meer info over deze beschermde, met uitsterven bedreigde soort vind je hier. Let op het menselijk geluid.)

De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat de kleine zwanen die in Arendonk gevonden werden, niet beschoten zijn door jagers, of toch niet door jagers in Arendonk. Wat er mis ging, blijft onduidelijk. Na een autopsie aan de UGent bleek dat de hagelkorreltjes in bindweefsel ingekapseld waren, wat betekent dat de kleine zwanen niet recent beschoten waren. Mogelijke doodsoorzaak zou kunnen zijn: verstikking door een maïskorrel. De ringer, Didier van Geluwe, hoofd van de Belgische ringdienst benadrukt dat bij het ringen geen enkel dier zelfs maar de lichtste verwonding vertoonde en dat er geen zichtbaar effect van stress was. Hij benadrukt dat het ringwerk cruciaal is voor een betere bescherming van de soort.

Bron: Knack.be, 11 februari 2020

Op stap met … de buizerd

foto Bart Cabanier

Hoe het begon. ‘Kijk’, riep een vriend tijdens een sneeuwwandeling in de Ardennen, ‘een roofvogel!’ Ja ja, dacht ik, mooi, heel mooi, zo zag ik er wel meer. Hij duwde zijn verrekijker op mijn neus en daar zag ik hem in het echt: de buizerd. Hoog in de lucht, met roerloos gestrekte vleugels cirkelde hij voor mijn lenzen. Wit, oranje, bruin: Ik keek op de binnenkant van de brede vleugelpennen en luisterde naar zijn prachtig ge-pi-èèèh. Sinds die dag, 24 februari 2018, lieten de vogels mij niet meer los. Ik startte als vrijwilliger bij het VOC en schreef me in voor een jaarcursus vogelkijken.

Ruim een jaar reken ik mezelf tot de bende van de vogelaars. Zoveel als mogelijk ga ik op stap in de natuur, gewapend met verrekijker, regenjas, stapschoenen en smartphone. Al wat ik van ver of dichtbij zie vliegen, krijgt een eervolle vermelding op waarnemingen.be. Ook de Buteo buteo. De voorbije 10 maanden zag ik 26 buizerds, de eerste eind maart in het Groendomein de Averegten in Heist-op-den-Berg, de laatste tijdens een wandeling in het natuurgebied Langdonken in Herselt op kerstdag.

‘De langdonken, een gebied om te koesteren: dopheide, zonnedauw, heidekartelblad, Spaanse ruiter, boompieper en boomvalk. Dit waardevolle natuurgebied herbergt enkel van Europa’s meest bedreigde soorten en biotopen’, las ik op het welkomstbord van Natuurpunt. De wandeling leidde ons door moerassig gebied, langs heide en hooilanden, struwelen en broeken, akkers, bossen en houtwallen.

Ik zag hier en daar een merel, enkele vinken, een zwerm krakende kauwen en dan, totaal onverwacht, een roofvogel tussen de bomen. Waaiervormige staart en in lichte V omhooggehouden vleugels, geen twijfel mogelijk: een buizerd. Hij vloog laag langs de rand van het bos en landde op een tak. Ik wilde mij terplekke installeren voor een urenlange observatie, maar mijn gezelschap trok me verder. Langs de andere kant van de weg, over de boomtoppen, een blauwe reiger. Ik volgde de sierlijke vlucht met mijn kijker: Iets lager, uit het niets, een tweede buizerd op zoek naar een geschikte uitkijkpost voor zijn volgende prooi. Volgens wetenschappelijk onderzoek kan een buizerd een konijn zien flapperen met zijn oren vanop 3,5 km! Wat een prestatie in vergelijking met mijn verrekijker, om maar te zwijgen over mijn eigen wazige ogen. In het schemerdonker liepen we verder en sloten onze wandeling af met een blik op een eenzame nijlgans.

25 december 2019, een zalige kerst, eentje om te koesteren als een buizerd die na zijn verblijf op het VOC wordt vrijgelaten en in cirkels opstijgt over de velden.

Foto Bart Cabanier

In 2019 heeft het VOC 28 buizerds opgevangen en verzorgd.

Natuurpunt stippelde 3 wandelroutes uit (5km-8,20km-6km) vanaf het vertrekpunt de Schuur  Langdonken. Meer info over dit  natuurgebied vind je hier.

Maak van je tuin een jungle

Elk jaar opnieuw verandert de helft van ons 45 vierkante meter tellende gazon in een modderpoel. Vanaf september geraakt het zonlicht niet meer door het gebladerte van de kolossale kastanjeboom en de twee statige beuken uit de aanpalende tuin. De pogingen om onze bescheiden grasmat om te toveren tot een biljartlaken zijn nochtans zo bewonderenswaardig dat ik mijn man na verloop van jaren benoemd heb tot grasspecialist. Engels raaigras, veldbeemdgras, roodzwenkgras, gewoon struisgras en schapengras: Noem een grassoort en hij geeft je de eigenschappen. Als je weet dat gras onder te verdelen is in meer dan 8000 soorten en dat van alle plantenfamilies die van de grassen het grootst is, begrijp je mijn waardering voor dergelijke kennis.

Het is dan ook met een bang hartje dat ik er bij het begin van het jaar voor opperde onze tuin in een nieuw jasje te steken: Geen gras, maar een wildernis. Geen biljart, maar een flipperkast. Een tuin zonder voetbal. Een plek waar de kinderen in verdwijnen als goed gecamoufleerde vlinders en er als apen aan lianen uit tevoorschijn komen. Ik wilde een tuin met een ondoordringbare begroeiing. Een paradijs voor insecten met een variatie aan bessen waar vogels tuk op zijn. De bloemen zouden welig tieren en het lawaai van het voorbijrijdende verkeer zou volledig overstemd worden door gezoem, geruis, geritsel en gefluit.

Mijn man bekeek me alsof ik net was teruggekeerd uit het Amazonewoud. Hij stapte de tuin in, trotseerde de modder en inspecteerde het laatste stukje schapengras. ‘Het zal wel enige tijd duren’, zei hij, ‘maar ik kijk er naar uit om op mijn oude dag in mijn hangmat te genieten van die slingerende apen!’